De Master-Glassopleiding was een - voor Nederland - unieke opleiding voor monumentaal glas: een kunstvorm die in Nederland sinds 1969 niet meer te studeren was. De vierjarige deeltijdopleiding werd gegeven door een kleine particuliere (post)academie die zich specialiseerde in oude en eigentijdse vlakglastoepassingen. De opleiding was bedoeld voor studenten die al een kunstzinnige vooropleiding hadden genoten en ervaring hadden met het werken met vlakglas.
Het initiatief kwam destijds van Sibylle Gielen, zij zelf heeft haar opleiding genoten aan de Fachhochschule Niederrhein in Krefeld (Duitsland). Vanuit haar eigen fascinatie voor glas en omdat een goede vakopleiding op HBO-niveau gemist werd in Nederland, heeft zij samen met andere vakspecialisten de opleiding vorm gegeven.
De Master-Glassopleiding in de oude vorm is in 2017 gestopt. Het stokje is overgedragen aan de Masters die de kennis weer doorgeven. Zij zitten verspreid in Nederland en hebben ieder ook weer hun eigen specialisaties.
Monumentaal glas is voornamelijk aan architectuur gerelateerd vlakglas. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld het blazen van glas. Monumentaal ontwerpen houdt in dat je de ruimtelijke toepassing van je glasontwerp optimaal benut: wat doet het glas met de ruimte; wat doen licht en kleur met de ruimte; wat doet de ruimte met het licht; speelt de buitenomgeving een rol in het ontwerp of sluit je die uit?
Kunnen denken en werken op groot formaat en de kennis van de werking van het licht zijn daarbij van groot belang.
De Master-Glass docenten kwamen uit diverse vakgebieden met ieder hun eigen specialisme op artistiek en technisch gebied. Naast lessen in oude en moderne glastechnieken (zoals glas in lood, fusen en andere oventechnieken, brandschilderen, verlijmen en restaureren van glas, het vervaardigen van mozaïek en muurschildering) behoorden ook teken- en schildervaardigheden, kunstgeschiedenis, kunstbeschouwing, visuele computertoepassingen, architectuurstudie en het ontwerpen op locatie, bedrijfskunde en praktijklessen/stage tot het lesprogramma.
De Master-Glassopleiding is in feite ontstaan uit een gebrek aan goede opleidingen in Nederland. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland is er na de wederopbouw weinig nieuws meer verschenen op het gebied van moderne monumentale glaskunst. De aandacht is hier vooral uit gegaan naar het restaureren van monumentaal glas, waaronder veel kerkramen.
Het is dan ook niet zo vanzelfsprekend dat een graficus of beeldend kunstenaar in glas kan denken, ook al is het nog zo’n goede schilder of tekenaar. Omgekeerd houdt een ambachtelijke glazenier zich niet per se bezig met kunst. De Master-Glassopleiding wilde met de postacademische opleiding graag in dit gat springen en alle facetten van de monumentale kunst aan bod laten komen. De opleiding had daarbij de volgende doelstellingen:
Master-Glass bood een zeer veelzijdig lesprogramma aan met een aantal belangrijke thema’s waarvan er een paar hieronder worden uit- en toegelicht:
In de monumentale glaskunst ‘schilder je met licht’, wordt vaak gezegd. De studie naar de invloed van licht en kleur op de omgeving loopt als een rode draad door de opleiding. Iedere student begon de opleiding met een onderzoek naar licht, dat werd geïntroduceerd met de fascinerende geschiedenis van Kaspar Hauser, een jongen die zijn jeugd doorbracht in gevangenschap in een donkere kelder. In een eigen lichtdicht gemaakte kamer, waar het licht maar door een klein gaatje naar binnen komt, werd ervaren wat gedoseerd licht, veel of weinig kleur en verschillende glassoorten doen met de ruimte. Het leverde boeiende licht- en kleurcomposities en intrigerende ‘Kasparhauserramen’ op. Maar belangrijker nog was de ervaring dat glastoepassing altijd een bewuste, weloverwogen keuze moet zijn die past bij de ruimte, lichtval en de functie van het gebouw.
Ontwerpen maken die in monumentaal opzicht kloppen, was een van de belangrijkste onderdelen van het lesprogramma. Onder begeleiding van een architect kwamen ieder jaar ontwerpopdrachten voor een realistische situatie aan bod, vaak ook vanuit een realistische vraag uit de praktijk. Ieder project startte met het uitdiepen van een architecturaal probleem of thema om vervolgens een oplossing te bedenken voor een bestaande situatie. Na de introductie werd op locatie onderzoek gedaan. Aan de hand van gemaakte foto’s en situatieschetsen werd het plan in de les verder uitgewerkt in schetsen en/of computerontwerpen en een maquette.
De opdrachten konden heel divers zijn, om er een paar te noemen:
Deze projecten waren ook bedoeld om studenten voor te bereiden op de zogenaamde clausuur voor het examen. Zij werkten daarbij in twee dagen op locatie geheel zelfstandig een opdracht uit tot een presentabel plan en ontwerp.
Bij een vlakglasopleiding is ook het vak restauratie een belangrijk onderdeel, waarbij Master-Glass zowel de oude technieken (zoals brandschilderen) als moderne technieken (verlijmen van glas, museale opstelling van ramen) behandelde. Iedere student kreeg onder andere de opdracht om een zelfgekozen middeleeuws (heiligen)portret te kopiëren. Daarbij kwamen alle facetten van het maken van gebrandschilderde glas-in-loodramen aan de orde. Aan de hand van vele voorbeelden uit de praktijk werden problemen en oplossingen in de les behandeld. Daarnaast werd het vak geleerd in de praktijk: ramen uithalen, demonteren en schoonmaken, schade volgens de regels van Monumentenzorg herstellen, opnieuw in lood zetten, retoucheren, plaatsen, documenteren.
Een jaarlijks project was bijvoorbeeld een vijfdaagse stage in Kasteel Méridon bij Chevreuse/Rambouillet. Het laatste project betrof het restaureren van gebrandschilderde ramen van de kerk van de Hervormde Gemeente van Nieuwer ter Aa.
Jaarlijks maakten studenten ook tijdens excursies en meerdaagse studiereizen kennis met oude en moderne glaskunst en nieuwe of bijzondere technieken en vaardigheden. In Nederland, Duitsland, België en elders in Europa stonden bijzondere locaties op het programma om de blik op de glaskunst te verbreden. De reizen gingen onder andere naar Trier, Chartres, Le Mans, Brussel, Cambridge, Ely, Peterborough, Reims, Metz, Paderborn, Keulen, Aken, Waldsassen, Zagreb.
Bezocht werden musea (zoals het Glasmalerei-Museum in Linnich), vele kerken, gemeentehuizen, bedrijven (onder andere de Glashütte Lamberts in Waldsassen, de oude Glashütte Gernheim . scholen (onder andere de Staatliche Glasfachschule in Hadamar). Ook werd vakkennis opgedaan bij collega-glasateliers zoals Glasmalerei Peters in Paderborn, en tijdens de laatste studiereis werd kennis gemaakt met glasbedrijf Bokart in Zagreb. Bokart heeft zich gespecialiseerd in moderne technieken op floatglas, vooral op grote schaal. Bij dit bedrijf kregen de studenten de gelegenheid om te werken met nanoverf, airbrushtechniek, lamineren van glas, zandstralen, printen op glas en verspiegelen.
Jaarlijks werd de grote glasbeurs Glasstec in Düsseldorf bezocht, waar de laatste technieken en materialen op glasgebied worden getoond.
Zeer bijzonder en inspirerend tot slot waren de ontmoetingen met bekende kunstenaars als Ludwich Schaffrath en Johannes Schreiter, twee grote monumentale kunstenaars van onze tijd!
In de vier jaar werd verder toegewerkt naar een aantal vaste opdrachten voor het examen. De clausuur is al genoemd. Daarnaast werkten studenten een spirituele en een profane glasopdracht uit en maakten zij een glasobject rondom het thema Utopia. Ook het schrijven van een scriptie was een examenonderdeel waarin bij voorkeur werk van contemporaine glaskunstenaars of stijlen werden onderzocht.